Kanjertraining
De Kanjertraining gaat uit van gedrag van kinderen en dat gedrag benoemen, leren herkennen en er mee omgaan. Daarvoor dien je ook kennis te hebben van jezelf en goed om kunnen gaan met je eigen gedrag. Daarnaast wil de Kanjertraining het groepsproces beïnvloeden: niet door kinderen heel braaf te maken, maar kinderen die op een goede manier voor zichzelf opkomen. Vier petten/dieren horen bij een bepaald gedrag: blauwe pet (de baas-speler/pestvogel), rode pet (de clown/aap); gele pet (de bangerik/konijn); witte pet (de kanjer, tijger).
Belangrijk bij de kanjertraining is dat opvoeders (ouders en leerkrachten) de spelregels bepalen en de grenzen stellen. Grenzen waar een kind ook iets over te zeggen heeft. Kinderen hebben grenzen nodig en volwassenen kunnen die grenzen uitleggen. Binnen de (kanjer)regels van de school kan veel, maar de grenzen bepalen de speelruimte. Het pestprotocol op school is gebaseerd op de uitgangspunten van de Kanjertraining. Coördinatoren die aangesproken kunnen worden zijn Tom v.d. Heuvel en Joke v.d. Eijnden.